Paradiso Basato Nero di Troia 2017

Na de Tweede Wereldoorlog in de jaren '50 heerste er veel armoede onder de boeren in Zuid-Italië. Grootvader Angelo Paradiso, een van de vele boeren in Puglia, besloot destijds zijn geluk te beproeven in de wijnbouw en richtte in 1954 het wijnhuis Cantine Paradiso op. De druiven worden begin tot halverwege oktober geplukt in de wijngaarden rond Cerignola, wanneer ze zeer rijp en sterk geconcentreerd van smaak zijn.

Nadat de druiven zijn ontsteeld, worden ze gekneusd en fermenteren ze gedurende 10-15 dagen in roestvrijstalen tanks bij een gecontroleerde temperatuur. Tijdens dit proces wordt het druivensap regelmatig over de bovendrijvende druivenpulp gepompt, waardoor extra smaak wordt onttrokken. Vervolgens wordt de wijn geperst en blijft hij 2 maanden in roestvrijstalen tanks, alvorens overgebracht te worden naar medium-getoaste vaten van Frans Allier-eikenhout. Hier rijpt de wijn gedurende 12 maanden. Tenslotte rust de wijn nog een jaar op fles voordat hij op de markt wordt gebracht.